Kemmel est une section de la
commune belge
de
Heuvelland située en
Région flamande dans la
province de
Flandre-Occidentale.
Kemmel est célèbre pour son mont:
mont Kemmel (156m) qui fait souvent juge de paix
de courses cyclistes avec des pentes dépassant les 20 %.
Kemmel is een
dorp in de
Belgische provincie
West-Vlaanderen en een
deelgemeente van
Heuvelland. In deelgemeente Kemmel
bevinden zich het
gemeentehuis en de gemeentelijke administratie
van de
fusiegemeente, net als het
politiekantoor en het
postkantoor. Kemmel telt ruim 1000 inwoners en
staat in de lijst van de 50 mooiste dorpen van Vlaanderen.
Tijdens de
Eerste Wereldoorlog is het dorp zwaar
beschadigd. De
Kemmelberg, die op 1,5 km zuidwest van
het dorp ligt was een strategisch punt en werd door de strijdende
partijen zwaar bevochten. Naast de tientallen begraafplaatsen
herinneren een aantal gedenktekens aan de dramatische gevechten van
1918.
- De Kemmelberg is een heuvel van 156 m hoog, het
hoogste punt in de provincie.
- De Sint-Laurentiuskerk
- De beschermde Dries
- Kemmel telt verschillende militaire begraafplaatsen uit de
Eerste Wereldoorlog:
- Op de grens met Loker ligt op de flank van de Kemmelberg het
Ossuaire Kemmelberg, een Franse militair
ossuarium uit de Eerste Wereldoorlog
- Diep onder de Kemmelberg werd net na de Tweede Wereldoorlog in het grootste
geheim de zogenaamde Commandobunker van Kemmel gegraven.
De uitgraving van de Kemmelberg en de installatie van een
ondergrondse commandobunker kaderde in het reorganisatieplan van
het Belgisch Leger na de Tweede Wereldoorlog. In het kader van de
Eerste Wereldoorlog zijn ook vier oude bunkers op de Lettenberg
uitgegraven en gereconstrueerd. Deze gaven tijdens de Eerste
Wereldoorlog toegang tot ondergrondse hoofdkwartieren van de
Britten.
- In Kemmel bevindt zich het bezoekerscentrum "De Bergen", met
een tentoonstelling over de geschiedenis van het Heuvelland.
A
postcard or
post card is a
rectangular piece of thick paper or thin
cardboard intended for writing and mailing without
an
envelope. Shapes other than rectangular may also be
used. There are novelty exceptions, such as
wood postcards, made of thin wood, and copper
postcards sold in the
Copper Country of the U.S. state of
Michigan, and
coconut
"postcards" from tropical islands.
In some places, one can send a postcard for a lower fee than for
a letter. Stamp collectors distinguish between
postcards (which require a stamp) and postal cards (which have the postage pre-printed
on them). While a postcard is usually printed by a private company,
individual or organization, a postal card is issued by the relevant
postal authority.
The world´s oldest postcard was sent in 1840 to the writer
Theodore Hook from Fulham in London, England.
The study and collecting of postcards is termed deltiology.
La carte postale est un moyen de correspondance écrite qui se présente sous la
forme d´un morceau de papier
cartonné rectangulaire, de dimensions variables (le format
le plus courant est le format A6, soit
10,5 × 14,8 cm), envoyé
sans enveloppe, l´adresse et l´affranchissement y
étant porté directement, aux côtés du message.
Een ansichtkaart (ook ansicht of
prentbriefkaart) is een kaart met op de ene zijde
een afbeelding. In de eerste tijd, eind
negentiende eeuw, noemde men het ook wel
aanzichtkaart. Het woord is ook een verkorting van het
Duitse Ansichts(post)karte.
Veel ansichtkaarten worden verstuurd tijdens de vakantie. Men wil de thuisblijvers laten zien hoe
mooi de plek is waar men naar toe is gegaan. De kaarten worden ook
als groet of wens (bijvoorbeeld als kerstgroet of nieuwjaarswens)
gestuurd.
De ontwikkeling van de ansichtkaart begint in de loop van de
jaren tachtig van de 19e eeuw, toen de postwet in
zowel Oostenrijk als Duitsland zo werd aangepast dat het monopolie
op het uitgeven van postkaarten kwam te vervallen. In de loop van
de jaren negentig van de 19e eeuw begon de de
prentbriefkaart vooral in Duitsland aan een grote opmars, omdat ze
veel werden verzameld. Bij de oorspronkelijke ansichtkaarten was de
hele achterkant gereserveerd voor de adressering. Men noemt deze
kaarten voorlopers. Tot 1905 mocht in
Nederland de achterkant van een prentbriefkaart alleen gebruikt
worden om naam, adres en woonplaats op te schrijven. Het verzonden
bericht bestond dus uit weinig meer dan de afbeelding, want het was
niet toegestaan om iets op de voorkant te schrijven. Dit had te
maken met de lage frankeerwaarde. Het verzenden van kaarten met een
bericht was veel duurder.
Kort hierna begonnen andere landen met het introduceren van een
gedeelde achterkant. Bij deze kaarten is de achterzijde in tweeën
gedeeld: de rechterhalf is bestemd voor het adres, dat op
voorgedrukte lijntjes kan worden geschreven, en links is ruimte
voor een bericht. Zo kon de zegetocht van de ansichtkaart als
communicatiemiddel beginnen. De voorzijde werd nu exclusief bestemd
voor het beeld.