Realisatie
Maar de aanhouder wint! Door tussenkomst van barones de Monin-Rendeux-Vermeulen (°1825), afkomstig van Waasmunster maar met roots in Lokeren, zou de kerk er uiteindelijk toch komen. Haar vermogende familie had in de Franse tijd heel wat door de overheid in beslag genomen kerkelijke goederen gekocht, en was in de latere decennia heel vrijgevig bij het steunen van de katholieke kerken, o.a. de bouw van de Ruiterskerk te Waasmunster (1880) werd door haar zelf bekostigd.
In oktober 1876 werd op Heiende een comité opgericht met invloedrijke en bemiddelde inwoners, onder voorzitterschap van Karel Antoon De Vylder. Er wordt een fondsenlijst aangelegd, en passende grond gezocht. Die wordt op 3 april 1880 aangekocht door barones de Monin, en zou dienen voor zowel de bouw van de kerk, de pastorij als de school. Ook een tegenover liggend perceel wordt gekocht, bedoeld voor de tijdelijke houten kerk die men met 50 à 60 karren ging halen op de Ruiter. Op 30 april 1880 kon onderpastoor Puissant hier ingehaald worden. Precies 5 maanden later werd hij als proost van Heiende benoemd. Architect Eugène Neve uit Gent tekende het plan voor een neo-gotische kerk, waarvan de bouw in juni 1881 werd aangevat door aannemer Back uit Lokeren, en in 1882 verdergezet door Vlaminck uit Waasmunster. Reeds op 29 december van datzelfde jaar werd het gebouw - nog zonder toren - door de deken van Lokeren ingewijd als Heilig-Hartkerk, naar de wens van de schenkster. Voor de consecratie van kerk en altaar door hulpbisschop Mgr. Lambrecht was het wachten tot 25 oktober 1886.
Het werd een eenvoudig, maar ruim opgevat kerkgebouw in rode baksteen, typisch product van de neogotiek van de Sint-Lucasscholen, dat getuigt van uitgesproken vertikalisme, nog versterkt door de steunberen tussen de vensters. Totale lengte 45 meter, in de kruisbeuk 19,5 meter breed. Het heeft een driebeukig schip, een licht uitspringend dwarsschip en een getrapt koor met rechthoekige kapellen in de oksels van koor en dwarsschip. Tussen middenschip en zijbeuken staan langs elke kant 6 slanke arduinen zuilen, met kapitelen met koolbladmotief, die de spitsboogarcades schragen. Het middenschip, dat boven de zijbeuken uitsteekt, telt 6 spitsboogvensters, hetzelfde aantal daaronder in de zijbeuken. In het koor zijn het er 7. Alle gewelven zijn in hout, een spits tongewelf in het middenschip en een half tongewelf in de zijbeuken.
Nu hadden de Heiendenaren wel hun eigen bijkerk, het statuut van hulpkerk werd pas op 22 april 1891 bij Koninklijk Besluit vastgelegd. Ook de parochiegrenzen worden nauwkeurig bepaald, en proost Puissant werd nu aangesteld als eerste pastoor van Heiende. Barones de Monin schenkt in datzelfde jaar kerk, pastorij met tuin en een toegangsweg aan de kerkfabriek. Omdat de kerkraad krap bij kas zat, werd de kerk aanvankelijk uitgerust met elders afgedankt meubilair of door particuliere schenkingen.