A flower, sometimes known as a bloom or
blossom, is the reproductive structure found in flowering plants
(plants of the division Magnoliophyta, also called angiosperms). The
biological function of a flower is to effect reproduction, usually
by providing a mechanism for the union of sperm with eggs. Flowers
may facilitate outcrossing (fusion of sperm and eggs from different
individuals in a population) or allow selfing (fusion of sperm and
egg from the same flower). Some flowers produce diaspores without fertilization (parthenocarpy). Flowers contain sporangia and are the site where gametophytes develop. Flowers give rise to fruit
and seeds. Many flowers have evolved to be attractive to animals,
so as to cause them to be vectors for the transfer of pollen.
In addition to facilitating the reproduction of flowering
plants, flowers have long been admired and used by humans to
beautify their environment, and also as objects of romance, ritual,
religion, medicine and as a source of food.
La fleur est constituée par l’ensemble
des organes de la reproduction et des
« enveloppes » qui les entourent chez les angiospermes (également appelées plantes à
fleurs). Après la pollinisation, la fleur est fécondée et se transforme en fruit contenant les graines.
Les fleurs peuvent être solitaires, mais elles sont le plus
souvent regroupées en inflorescences.
Très tôt, les fleurs ont attiré l’attention de
l’homme, qui les utilise et les cultive pour la parure
(couronne de fleurs), pour
l’ornementation intérieure (fleurs coupées, bouquets, ikebana) et extérieure (jardins,
plates-bandes, etc.) ainsi que pour leurs odeurs et pigments. Les
fleurs ont souvent inspiré les artistes, peintres, poètes,
sculpteurs et décorateurs. La culture des fleurs est la floriculture ou l´horticulture.
Een bloem is het deel van een plant
waarin de organen voor geslachtelijke voortplanting bij
elkaar staan. Bloemen zijn kenmerkend voor planten die tot de
bedektzadigen (Angiospermae,
Magnoliophyta, bloemplanten) behoren. De plantengroep
bloemplanten omvat zeer uiteenlopende planten, van het
lage straatgras tot de hoog opgroeiende paardenkastanje. Als kleinste bloemplant in
de Lage Landen wordt de wortelloos kroos (Wolffia arrhiza),
van 0,5-1,5 mm groot, beschouwd.
Bloemen vormen een belangrijk middel om plantensoorten te
determineren. Linnaeus gebruikte de kenmerken van de bloem
oorspronkelijk als leidend voor de taxonomische indeling van het plantenrijk.
A
postcard or
post card is a
rectangular piece of thick paper or thin
cardboard intended for writing and mailing without
an
envelope. Shapes other than rectangular may also be
used. There are novelty exceptions, such as
wood postcards, made of thin wood, and copper
postcards sold in the
Copper Country of the U.S. state of
Michigan, and
coconut
"postcards" from tropical islands.
In some places, one can send a postcard for a lower fee than for
a letter. Stamp collectors distinguish between
postcards (which require a stamp) and postal cards (which have the postage pre-printed
on them). While a postcard is usually printed by a private company,
individual or organization, a postal card is issued by the relevant
postal authority.
The world´s oldest postcard was sent in 1840 to the writer
Theodore Hook from Fulham in London, England.
The study and collecting of postcards is termed deltiology.
La carte postale est un moyen de correspondance écrite qui se présente sous la
forme d´un morceau de papier
cartonné rectangulaire, de dimensions variables (le format
le plus courant est le format A6, soit
10,5 × 14,8 cm), envoyé
sans enveloppe, l´adresse et l´affranchissement y
étant porté directement, aux côtés du message.
Een ansichtkaart (ook ansicht of
prentbriefkaart) is een kaart met op de ene zijde
een afbeelding. In de eerste tijd, eind
negentiende eeuw, noemde men het ook wel
aanzichtkaart. Het woord is ook een verkorting van het
Duitse Ansichts(post)karte.
Veel ansichtkaarten worden verstuurd tijdens de vakantie. Men wil de thuisblijvers laten zien hoe
mooi de plek is waar men naar toe is gegaan. De kaarten worden ook
als groet of wens (bijvoorbeeld als kerstgroet of nieuwjaarswens)
gestuurd.
De ontwikkeling van de ansichtkaart begint in de loop van de
jaren tachtig van de 19e eeuw, toen de postwet in
zowel Oostenrijk als Duitsland zo werd aangepast dat het monopolie
op het uitgeven van postkaarten kwam te vervallen. In de loop van
de jaren negentig van de 19e eeuw begon de de
prentbriefkaart vooral in Duitsland aan een grote opmars, omdat ze
veel werden verzameld. Bij de oorspronkelijke ansichtkaarten was de
hele achterkant gereserveerd voor de adressering. Men noemt deze
kaarten voorlopers. Tot 1905 mocht in
Nederland de achterkant van een prentbriefkaart alleen gebruikt
worden om naam, adres en woonplaats op te schrijven. Het verzonden
bericht bestond dus uit weinig meer dan de afbeelding, want het was
niet toegestaan om iets op de voorkant te schrijven. Dit had te
maken met de lage frankeerwaarde. Het verzenden van kaarten met een
bericht was veel duurder.
Kort hierna begonnen andere landen met het introduceren van een
gedeelde achterkant. Bij deze kaarten is de achterzijde in tweeën
gedeeld: de rechterhalf is bestemd voor het adres, dat op
voorgedrukte lijntjes kan worden geschreven, en links is ruimte
voor een bericht. Zo kon de zegetocht van de ansichtkaart als
communicatiemiddel beginnen. De voorzijde werd nu exclusief bestemd
voor het beeld.