April Fools´ Day is celebrated in different
countries around the world on April
1 every year. Sometimes referred to as All Fools´
Day, April 1 is not a national holiday, but is widely recognized
and celebrated as a day when many people play all kinds of
jokes and foolishness. The day is marked by the
commission of good-humoured or otherwise funny jokes, hoaxes, and other practical jokes of varying
sophistication on friends, family members, teachers, neighbors,
work associates, etc.
Een 1 aprilgrap (ook wel aprilgrap of
aprilvis genoemd) is een traditie waarbij mensen elkaar op
1
april voor de gek proberen te houden.
In Frankrijk spreekt men van poisson d´avril. In
Engelstalige landen wordt de dag April Fool´s Day genoemd,
en de Russen hebben het over День
Дурака (Den Doeraka,
dag van de dommerik). In sommige Vlaamse streken spreekt men over
verzenderke(n)sdag, de dag waarop je iedereen tracht
ergens heen te zenden om ze beet te nemen.
Uit sommige bronnen blijkt dat de bijzondere betekenis van 1
april ontstaan is bij de Franse wijziging naar de gregoriaanse kalender, zoals opgedragen
door Paus Gregorius XIII in 1582. Voor
die tijd werd Nieuwjaar gevierd van 25 maart tot 1 april.
Met de verandering van het kalendersysteem werd Nieuwjaar
verplaatst naar 1 januari. Mensen die dit vergaten of die het
nieuwe kalendersysteem weigerden te aanvaarden, kregen
uitnodigingen voor niet-gehouden feestjes, grappige presentjes
enzovoort.
Deze verklaring is echter onwaarschijnlijk: de 1 aprilgrap wordt
namelijk al eerder vermeld in een Franse bron uit 1508, dus ruim
voor die tijd. De eerste vermelding in een Nederlandstalige bron
dateert uit ca. 1560 te Brugge,
een gedicht van de rederijker Eduard de Dene. Het is een parodie op
‘1 april’ waarin een knecht het plan van zijn heer om
hem te verzenden, doorziet. De geschiedenis gaat dus ten minste
terug tot het begin van de zestiende eeuw. De wijde verspreiding
van het verschijnsel wijst echter op een oudere oorsprong.
De 1 aprilgrap is volgens een andere theorie ontstaan uit een
vroeger middeleeuws festival: het
feest van de zotten. La fête des fous was vooral
in Frankrijk van de 5e tot de 16e
eeuw erg populair. Het werd gevierd omstreeks 1 januari door
het kiezen van een valse paus of
bisschop en ging gepaard met allerlei rituelen en
festiviteiten waarbij de geestelijkheid werd geparodieerd. Aan de basis hiervan lagen dan weer
naar alle waarschijnlijkheid vroegere heidense saturnalia.
Er zijn verklaringen gezocht in het wisselvallige aprilweer en
parallellen gezien met de Germaanse mythologie (Loki) en met
de Bijbelse geschiedenis. In verschillende landen zijn ook wel
nationale gebeurtenissen aangevoerd als begin van de traditie. Deze
verklaringen, die waarschijnlijk ooit zelf als aprilgrap zijn
verzonnen, leiden soms tot op de dag van vandaag een hardnekkig
leven. Zo denkt men in Nederland nog vaak dat de grappenmakerij
begonnen is met de inname van Den
Briel door de watergeuzen op 1 april 1572, zoals
blijkt uit een bekend gezegde: Op 1 april verloor Alva zijn bril. Het
feit dat ook buiten Nederland 1 aprilgrappen worden gemaakt, wordt
daarbij over het hoofd gezien.
1 Aprilgrappen worden vaak al eind maart per persbericht
bekendgemaakt.
In de Spaanstalige wereld (Spanje en
Latijns-Amerika) is 28
december, de dag waarop de Onschuldige Kinderen worden herdacht,
het equivalent van 1 april. Nadat iemand is beetgenomen roept men
vaak Inocente palomita que te dejaste engañar (Onnozel duifje,
je hebt je laten beetnemen) of kortweg Inocente para
siempre! (Voor altijd onnozel!). Uitzondering op de regel is
Menorca, waar de Dia d´enganyar
(Gekkendag) wel op 1 april gevierd wordt, vanwege het feit dat
dit eiland in de 18e eeuw een Britse kolonie was.[71]
In sommige delen van Denemarken en Zweden
wordt op 1 mei majkat (letterlijk: meikat)
gevierd.
In Brazilië staat 1 april bekend als Dia da Mentira,
dag van de leugen.
A postcard or post card is a
rectangular piece of thick paper or thin cardboard intended for writing and mailing without
an envelope. Shapes other than rectangular may also be
used. There are novelty exceptions, such as wood postcards, made of thin wood, and copper
postcards sold in the Copper Country of the U.S. state of Michigan, and coconut
"postcards" from tropical islands.
In some places, one can send a postcard for a lower fee than for
a letter. Stamp collectors distinguish between
postcards (which require a stamp) and postal cards (which have the postage pre-printed
on them). While a postcard is usually printed by a private company,
individual or organization, a postal card is issued by the relevant
postal authority.
The world´s oldest postcard was sent in 1840 to the writer
Theodore Hook from Fulham in London, England.
The study and collecting of postcards is termed deltiology.
La carte postale est un moyen de correspondance écrite qui se présente sous la
forme d´un morceau de papier
cartonné rectangulaire, de dimensions variables (le format
le plus courant est le format A6, soit
10,5 × 14,8 cm), envoyé
sans enveloppe, l´adresse et l´affranchissement y
étant porté directement, aux côtés du message.
Een ansichtkaart (ook ansicht of
prentbriefkaart) is een kaart met op de ene zijde
een afbeelding. In de eerste tijd, eind
negentiende eeuw, noemde men het ook wel
aanzichtkaart. Het woord is ook een verkorting van het
Duitse Ansichts(post)karte.
Veel ansichtkaarten worden verstuurd tijdens de vakantie. Men wil de thuisblijvers laten zien hoe
mooi de plek is waar men naar toe is gegaan. De kaarten worden ook
als groet of wens (bijvoorbeeld als kerstgroet of nieuwjaarswens)
gestuurd.
De ontwikkeling van de ansichtkaart begint in de loop van de
jaren tachtig van de 19e eeuw, toen de postwet in
zowel Oostenrijk als Duitsland zo werd aangepast dat het monopolie
op het uitgeven van postkaarten kwam te vervallen. In de loop van
de jaren negentig van de 19e eeuw begon de de
prentbriefkaart vooral in Duitsland aan een grote opmars, omdat ze
veel werden verzameld. Bij de oorspronkelijke ansichtkaarten was de
hele achterkant gereserveerd voor de adressering. Men noemt deze
kaarten voorlopers. Tot 1905 mocht in
Nederland de achterkant van een prentbriefkaart alleen gebruikt
worden om naam, adres en woonplaats op te schrijven. Het verzonden
bericht bestond dus uit weinig meer dan de afbeelding, want het was
niet toegestaan om iets op de voorkant te schrijven. Dit had te
maken met de lage frankeerwaarde. Het verzenden van kaarten met een
bericht was veel duurder.
Kort hierna begonnen andere landen met het introduceren van een
gedeelde achterkant. Bij deze kaarten is de achterzijde in tweeën
gedeeld: de rechterhalf is bestemd voor het adres, dat op
voorgedrukte lijntjes kan worden geschreven, en links is ruimte
voor een bericht. Zo kon de zegetocht van de ansichtkaart als
communicatiemiddel beginnen. De voorzijde werd nu exclusief bestemd
voor het beeld.