De Vrijdagmarkt in de Belgische stad Gent is een van de oudste pleinen in de stad. Het plein speelde een grote rol in de geschiedenis van de stad.
De Vrijdagmarkt is ongeveer één hectare groot. Midden op het plein staat een standbeeld van Jacob van Artevelde die op het plein op 26 januari 1340 koning Eduard III van Engeland tot koning van Frankrijk uitriep en daarmee het gezag van de graaf van Vlaanderen en diens leenheer tartte. Vijf jaar later vermoordden wevers en volders elkaar op dit plein als voorspel voor de moord op Jacob van Artevelde, de wijze man van Gent.
De Gentenaars organiseerden hier de blijde inkomsten van de graven van Vlaanderen; het was hun forum en ze hielden hier steekspelen. De markt was ook het toneel van terechtstellingen en afrekeningen. De voor vadermoord veroordeelde Van Butzel was de laatste die er in 1822 werd onthoofd door de guillotine.
Midden op de Vrijdagmarkt staat het standbeeld van Jacob Van Artevelde (1290-1345), de 'beroemdste' man van Gent. Dit beeld werd in 1863 door Pieter De Vigne gemaakt en hier geplaatst omdat dit plein in de middeleeuwen zo’n belangrijke rol heeft gespeeld als verzamelplaats, en niet alleen bij de gebeurtenissen waarbij de volksmenner op de voorgrond trad. Jacob Van Artevelde was de ‘wijze man’ van Gent en koos tijdens de Honderdjarige Oorlog de zijde van Engeland. De boycot van de Engelse wolinvoer hief hij op, om zo de lakennijverheid, welke de belangrijkste kostwinning van de stad was, te kunnen sparen.
Als de "klauwaards" (ontevreden handwerklieden) de alleenheerschappij van de "leliaards" (Fransgezinde rijken) doorbreken, voorkomt Jacob Van Artevelde een sociaal slagveld. Hij is ook de man die officiële documenten in het Nederlands laat opstellen, zodat Vlamingen zich niet langer hoeven te buigen over Latijn en Frans. Het is dus zijn verdienste dat Gent de "Arteveldestad" wordt genoemd. De drie steden Gent, Ieper en Brugge roepen de Engelse koning Edward III hier op de Vrijdagmarkt uit tot "koning van Frankrijk". Maar Edward III kwam zijn beloften aan Jacob Van Artevelde niet na en hij wordt vermoord door de deken van de rijke wevers.
Op de sokkel van het standbeeld staan de wapenschilden van de diverse gilden. De drie beeldhouwwerken onder Jacob Van Artevelde stellen de verdragen voor die hij afsloot: het Verbond tussen Vlaanderen, Brabant en Henegouwen, het Verbond tussen Vlaanderen en Engeland en het Verbond tussen Gent, Brugge en Ieper.
Gent (Frans: Gand) is de hoofdstad van de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en van het arrondissement Gent. Gent heeft een oppervlakte van 156,18 km² en telt ca. 250.000 inwoners, waarmee het naar inwonertal de op één na grootste gemeente van België is, na Antwerpen. De stad is tevens de hoofdplaats van het kieskanton Gent en telt vijf gerechtelijke kantons.
Gent ontstond uit Keltische woonkernen in het gebied van de samenvloeiing van de Leie en de Schelde. In de middeleeuwen groeide Gent onder impuls van een bloeiende wolnijverheid uit tot een van de grootste steden van Europa. Ook de vlas- en linnennijverheid en het stapelrecht op graan dat Gent verwierf droegen aanzienlijk bij tot haar welvaart. Na een korte calvinistische periode kende de stad een zeker verval dat pas keerde tegen het einde van de 18e eeuw, toen de katoennijverheid Gent tot een van de eerste industriesteden van het Europese vasteland maakte. In het Hof ten Walle, het latere Prinsenhof, werd op 24 februari 1500 de latere keizer Karel V geboren. In de stad werden ook de Pacificatie van Gent (1576) en de Vrede van Gent (1814) ondertekend.
Gent wordt ook wel de Fiere Stede of de Arteveldestad genoemd. Wegens zijn ligging in een uitgestrekt gebied van bloemen- en plantenkwekerijen wordt Gent ook de Bloemenstad genoemd (zie Gentse Floraliën). De inwoners van Gent heten Gentenaars[1] en dragen de bijnaam Stroppen (Stroppendragers). In Gent spreekt men het Gents, een dialect dat behoorlijk sterk van de andere Oost-Vlaamse dialecten afwijkt.
De patroonheiligen van Gent zijn de heilige Lieven en Pharaïldis. Sint-Bavo is de patroonheilige van het bisdom Gent; naar hem is de Sint-Baafsabdij vernoemd.
Gand (prononcé
/ɡɑ̃/ en français, en
néerlandais :
Gent, prononcé
/ʝɛnt/, du
latin classique
Candia ou
Gandia, issu du gaulois (« confluence de cours d´eau ») est une
ville belge néerlandophone, située en
Région flamande au confluent de la
Lys et de l´
Escaut. C´est le chef-lieu de la
province de Flandre-Orientale et depuis
1559 le siège de l´
évêché de Gand. Avec 255 000 habitants, c´est la
deuxième commune la plus peuplée de Belgique, après
Anvers. L´agglomération gantoise ne compte pas moins de 455 000 habitants.
Capitale de l´ancien comté de Flandre, ville natale de Charles Quint, elle connut une période de floraison, tant économique que culturelle, aux XIVe et XVe siècles. De cette époque rayonnante, Gand garde un important patrimoine architectural. Une intense vie culturelle (théâtre, opéra, musées), un festival annuel du spectacle populaire (Gentse Feesten) attirant chaque année près de deux millions de visiteurs, un festival international du film font de cette ville un centre touristique de tout premier plan.
Aujourd´hui, Gand, première ville étudiante du pays avec une université et de nombreuses hautes écoles et établissements d´enseignement supérieur, est un centre de pointe dans de nombreux domaines, dont les biotechnologies1. Le port de Gand, le troisième du pays, a permis à la ville de diversifier son industrie, naguère encore fortement dominée par l´activité traditionnelle du textile.
A postcard or post card is a rectangular piece of thick paper or thin cardboard intended for writing and mailing without an envelope. Shapes other than rectangular may also be used. There are novelty exceptions, such as wood postcards, made of thin wood, and copper postcards sold in the Copper Country of the U.S. state of Michigan, and coconut "postcards" from tropical islands.In some places, one can send a postcard for a lower fee than for a letter. Stamp collectors distinguish between postcards (which require a stamp) and postal cards (which have the postage pre-printed on them). While a postcard is usually printed by a private company, individual or organization, a postal card is issued by the relevant postal authority.
The world´s oldest postcard was sent in 1840 to the writer Theodore Hook from Fulham in London, England. The study and collecting of postcards is termed deltiology.
La carte postale est un moyen de correspondance écrite qui se présente sous la forme d´un morceau de papier cartonné rectangulaire, de dimensions variables (le format le plus courant est le format A6, soit 10,5 × 14,8 cm), envoyé sans enveloppe, l´adresse et l´affranchissement y étant porté directement, aux côtés du message.
Een ansichtkaart (ook ansicht of prentbriefkaart) is een kaart met op de ene zijde een afbeelding. In de eerste tijd, eind negentiende eeuw, noemde men het ook wel aanzichtkaart. Het woord is ook een verkorting van het Duitse Ansichts(post)karte.
Veel ansichtkaarten worden verstuurd tijdens de vakantie. Men wil de thuisblijvers laten zien hoe mooi de plek is waar men naar toe is gegaan. De kaarten worden ook als groet of wens (bijvoorbeeld als kerstgroet of nieuwjaarswens) gestuurd.
De ontwikkeling van de ansichtkaart begint in de loop van de jaren tachtig van de 19e eeuw, toen de postwet in zowel Oostenrijk als Duitsland zo werd aangepast dat het monopolie op het uitgeven van postkaarten kwam te vervallen. In de loop van de jaren negentig van de 19e eeuw begon de de prentbriefkaart vooral in Duitsland aan een grote opmars, omdat ze veel werden verzameld. Bij de oorspronkelijke ansichtkaarten was de hele achterkant gereserveerd voor de adressering. Men noemt deze kaarten voorlopers. Tot 1905 mocht in Nederland de achterkant van een prentbriefkaart alleen gebruikt worden om naam, adres en woonplaats op te schrijven. Het verzonden bericht bestond dus uit weinig meer dan de afbeelding, want het was niet toegestaan om iets op de voorkant te schrijven. Dit had te maken met de lage frankeerwaarde. Het verzenden van kaarten met een bericht was veel duurder.
Kort hierna begonnen andere landen met het introduceren van een gedeelde achterkant. Bij deze kaarten is de achterzijde in tweeën gedeeld: de rechterhalf is bestemd voor het adres, dat op voorgedrukte lijntjes kan worden geschreven, en links is ruimte voor een bericht. Zo kon de zegetocht van de ansichtkaart als communicatiemiddel beginnen. De voorzijde werd nu exclusief bestemd voor het beeld.