Gent (Frans:
Gand) is de hoofdstad van de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en van het arrondissement Gent. Gent heeft een
oppervlakte van 156,18 km² en telt ca. 250.000 inwoners,
waarmee het naar inwonertal de op één na grootste gemeente van
België is, na Antwerpen. De stad is tevens de hoofdplaats
van het kieskanton Gent en telt vijf gerechtelijke kantons.
Gent ontstond uit Keltische
woonkernen in het gebied van de samenvloeiing
van de Leie en de Schelde. In de middeleeuwen groeide Gent
onder impuls van een bloeiende wolnijverheid uit tot een van de
grootste steden van Europa. Ook de vlas- en linnennijverheid en het
stapelrecht op graan dat Gent verwierf droegen
aanzienlijk bij tot haar welvaart. Na een korte calvinistische periode kende de stad een zeker
verval dat pas keerde tegen het einde van de 18e eeuw, toen de
katoennijverheid Gent tot een van de eerste industriesteden van het
Europese vasteland maakte. In het Hof ten Walle, het
latere Prinsenhof, werd op 24 februari 1500 de
latere keizer Karel V geboren. In de stad
werden ook de Pacificatie van Gent (1576) en de
Vrede van Gent (1814) ondertekend.
Gent wordt ook wel de Fiere Stede of de Arteveldestad genoemd. Wegens zijn
ligging in een uitgestrekt gebied van bloemen- en plantenkwekerijen
wordt Gent ook de Bloemenstad genoemd (zie Gentse Floraliën). De inwoners van Gent
heten Gentenaars[1] en
dragen de bijnaam Stroppen (Stroppendragers). In Gent spreekt men
het Gents, een dialect dat behoorlijk sterk van de andere
Oost-Vlaamse dialecten afwijkt.
De patroonheiligen van Gent zijn de
heilige Lieven en Pharaïldis. Sint-Bavo is de patroonheilige van het
bisdom Gent; naar hem is de Sint-Baafsabdij vernoemd.
Gand (prononcé
/ɡɑ̃/
en français, en
néerlandais :
Gent, prononcé
/ʝɛnt/, du
latin classique
Candia ou
Gandia,
issu du gaulois (« confluence de cours d´eau ») est une
ville belge
néerlandophone, située
en
Région flamande au confluent de la
Lys et de l´
Escaut.
C´est le chef-lieu de la
province de
Flandre-Orientale et depuis
1559 le siège
de l´
évêché de Gand. Avec 255 000
habitants, c´est la
deuxième commune la plus
peuplée de Belgique, après
Anvers.
L´agglomération gantoise ne compte pas moins de 455 000
habitants.
Capitale de l´ancien comté de Flandre, ville natale de Charles Quint, elle connut une période de
floraison, tant économique que culturelle, aux XIVe et XVe siècles. De cette époque
rayonnante, Gand garde un important patrimoine architectural. Une
intense vie culturelle (théâtre, opéra, musées), un festival annuel
du spectacle populaire (Gentse Feesten) attirant chaque année
près de deux millions de visiteurs, un festival
international du film font de cette ville un centre touristique
de tout premier plan.
Aujourd´hui, Gand, première ville étudiante du pays avec une
université et de nombreuses hautes écoles et établissements
d´enseignement supérieur, est un centre de pointe dans de nombreux
domaines, dont les biotechnologies1. Le
port de Gand, le troisième du pays, a permis à
la ville de diversifier son industrie, naguère encore fortement
dominée par l´activité traditionnelle du textile.
A postcard or post card is
a rectangular piece of thick paper or thin cardboard intended for writing and mailing without
an envelope. Shapes other than rectangular may also be
used. There are novelty exceptions, such as wood postcards, made of thin wood, and copper
postcards sold in the Copper Country of the U.S. state of Michigan, and coconut
"postcards" from tropical islands.
In some places, one can send a postcard for a lower fee than
for a letter. Stamp collectors distinguish between
postcards (which require a stamp) and postal cards (which have the postage pre-printed
on them). While a postcard is usually printed by a private company,
individual or organization, a postal card is issued by the relevant
postal authority.
The world´s oldest postcard was sent in 1840 to the writer
Theodore Hook from Fulham in London, England.
The study and collecting of postcards is termed deltiology.
La carte postale est un moyen de correspondance écrite qui se présente sous la
forme d´un morceau de papier
cartonné rectangulaire, de dimensions variables (le format
le plus courant est le format A6, soit
10,5 × 14,8 cm), envoyé
sans enveloppe, l´adresse et l´affranchissement y
étant porté directement, aux côtés du message.
Een ansichtkaart (ook ansicht of
prentbriefkaart) is een kaart met op de ene zijde
een afbeelding. In de eerste tijd, eind
negentiende eeuw, noemde men het ook wel
aanzichtkaart. Het woord is ook een verkorting van het
Duitse Ansichts(post)karte.
Veel ansichtkaarten worden verstuurd tijdens de vakantie. Men wil de thuisblijvers laten zien hoe
mooi de plek is waar men naar toe is gegaan. De kaarten worden ook
als groet of wens (bijvoorbeeld als kerstgroet of nieuwjaarswens)
gestuurd.
De ontwikkeling van de ansichtkaart begint in de loop van
de jaren tachtig van de 19e eeuw, toen de postwet in
zowel Oostenrijk als Duitsland zo werd aangepast dat het monopolie
op het uitgeven van postkaarten kwam te vervallen. In de loop van
de jaren negentig van de 19e eeuw begon de de
prentbriefkaart vooral in Duitsland aan een grote opmars, omdat ze
veel werden verzameld. Bij de oorspronkelijke ansichtkaarten was de
hele achterkant gereserveerd voor de adressering. Men noemt deze
kaarten voorlopers. Tot 1905 mocht in
Nederland de achterkant van een prentbriefkaart alleen gebruikt
worden om naam, adres en woonplaats op te schrijven. Het verzonden
bericht bestond dus uit weinig meer dan de afbeelding, want het was
niet toegestaan om iets op de voorkant te schrijven. Dit had te
maken met de lage frankeerwaarde. Het verzenden van kaarten met een
bericht was veel duurder.
Kort hierna begonnen andere landen met het introduceren
van een gedeelde achterkant. Bij deze kaarten is de achterzijde in
tweeën gedeeld: de rechterhalf is bestemd voor het adres, dat op
voorgedrukte lijntjes kan worden geschreven, en links is ruimte
voor een bericht. Zo kon de zegetocht van de ansichtkaart als
communicatiemiddel beginnen. De voorzijde werd nu exclusief bestemd
voor het beeld.