La nécropole nationale de Notre-Dame-de-Lorette est un cimetière militaire et mémorial français situé sur la colline éponyme, à 165 mètres d’altitude, sur le territoire de la commune d'Ablain-Saint-Nazaire près de Lens, dans le département du Pas-de-Calais.
Inaugurée en 1925, elle commémore les milliers de combattants morts sur un des champs de bataille les plus disputés de la Première Guerre mondiale entre octobre 1914 et septembre 1915. Environ 45 000 combattants y reposent, dont la moitié dans des tombes individuelles. Le site, comprenant le cimetière, la basilique, la tour-lanterne et le musée, a une superficie de plus de 25 hectares. C'est la plus grande nécropole militaire française.
À l'occasion du centenaire de la Grande Guerre, le 11 novembre 2014, est inauguré un mémorial international comportant les noms de 600 000 soldats tombés sur le sol du Nord et du Pas-de-Calais entre 1914 et 1918. Il est dénommé Anneau de la Mémoire et situé sur les bords de la colline de Notre-Dame-de-Lorette.
Depuis le 9 juin 2015, Lens' 14 - 18 Centre d'Histoire Guerre et Paix retrace chronologiquement et thématiquement les événements de la Grande Guerre dans les départements du Nord et du Pas-de-Calais. Ce centre d'interprétation propose une vue complète et synthétique des batailles dans les Flandres françaises et l'Artois. La bataille de Notre-Dame de Lorette et les combats sur le verrou de Souchez sont particulièrement mis en avant.
La colline de Notre-Dame-de-Lorette doit son nom à un
oratoire édifié au
XVIIIe siècle. Sur le mont Coquaine, fut édifiée, en 1727, une petite chapelle dédiée à Notre-Dame de Lorette. Ce fut à l'initiative du
peintre Florent Guilbert, originaire d'Ablain-Saint-Nazaire qu'il fut construit, en remerciement de sa guérison lors d'un pèlerinage à
Loreto, en Italie, dans la région des
Marches. L'oratoire devint un lieu de pèlerinage fréquenté par les habitants des environs et au nom originel se substitua celui de Notre-Dame de Lorette
De
Nécropole nationale de Notre-Dame de Lorette is een
Franse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de
Eerste Wereldoorlog, gelegen in de Franse gemeente
Ablain-Saint-Nazaire. De begraafplaats ligt een kilometer ten noorden van het dorp op de heuvel van Notre-Dame de Lorette die over de omliggende vlakte uitkijkt. Op de begraafplaats rusten meer dan 40.000 gesneuvelde Franse soldaten. Zo'n 20.000 liggen in individuele graven en meer dan 20.000 in een massagraf. Het terrein beslaat zo'n 13 ha en centraal bevindt zich een groot plein waarop twee imposante monumenten tegenover elkaar staan, namelijk een basiliek en een lantaarntoren die een crypte herbergt.
De heuvel van Notre-Dame-de-Lorette is een heuvelrug die in west-oostrichting van het bos van Bouvigny loopt tot ten noorden van Souchez. Net als de heuvelrug van Vimy, verder oostwaarts in het verlengde, steekt de heuvelrug uit boven de vlakte van Lens in het noordoosten. De noordelijke hellingen zijn relatief zacht, terwijl de heuvel in het zuiden een relatief ruwe flank heeft, met een vijftal steile uitlopers.
Op het plateau van deze heuvel, zo'n 165 meter boven zeeniveau, was in 1727 en kapel opgericht door schilder Florent Guibert na zijn bezoek aan het Italiaanse bedevaartsoord Loreto. Zo staat op de 18de-eeuwse Cassinikaart de kapel aangeduid als N.D. de Lorette. Na de Franse Revolutie werd de kapel in 1794 vernield. In 1815 werd de kapel herbouwd en in 1870 zelfs vergroot tot kerk. De plaats was lokaal een bedevaartsoord geworden[1].
In de Eerste Wereldoorlog was de strategische hoogte bij de Race naar de Zee in het begin van de oorlog in Duitse handen gevallen. Het Franse 10de Leger bleef echter proberen het plateau weer in te nemen. Er werd zwaar gestreden om de vijf zuidelijke uitlopers in te nemen. Deze werden van west naar oost de Éperon Mathis, de Grand Éperon, de Éperon des Arabes, de Éperon de la Blanche Voile en de Éperon de Souchez genoemd en werden door de Duitsers stevig verdedigd. In de winter van 1914-1915 konden de Fransen onder leiding van generaal Maistre de eerste uitloper bezetten. Op 15 maart 1915 konden ze de Grand Éperon innemen en de volgende maanden ook de derde uitloper.
Op 9 mei 1915 begon de Tweede Slag om Artois, waarbij de Fransen probeerden de Duitsers terug te drijven uit de streek. Men probeerde onder meer de heuvelrug van Vimy, iets verder oostwaarts, te heroveren en ook de hoogte van Notre-Dame-de-Lorette wilde men terugnemen. Hiervoor moesten de laatste twee uitlopers worden veroverd en vervolgens de top van de heuvel, waar zich de kapel bevond. Men kreeg er echter te maken met een sterk uitgebouwde Duitse defensie, bestaande uit meerdere linies loopgraven, ijzerdraad en Friese ruiters, geflankeerd door mitrailleurs en fortjes. Van 9 tot 12 mei slaagden de Fransen er in de kapel te bereiken, na een strijd met zware verliezen. Men had echter nog steeds niet het hele heuvelmassief heroverd en de Duitsers behielden nog steeds verschillende posities. Het duurde tot 22 mei eer het massief door de Fransen was ingenomen[2]. In het voorbije jaar waren zo'n 100.000 doden gevallen in de gevechten om de heuvel van Notre-Dame de Lorette. De Tweede Slag om Arras bleef door de Duitsers de Lorettoschlacht genoemd worden.
Op de heuvel was in 1915 al een kleine begraafplaats ingericht. Na de oorlog besloot men deze plaats in te richten als herdenkingssite voor de gesneuvelden en de begraafplaats werd vergroot met Franse gesneuvelden die werden overgebracht uit meer dan 150 kleinere begraafplaatsen uit het front van Artesië, het IJzerfront en de Belgische Kust.
Een basiliek en een lantaarntoren werden hier opgetrokken in de jaren 20, naar ontwerp van de Rijselse architect Louis Marie Cordonnier. Maarschalk Pétain legde de eerste steen van de lantaarntoren op 19 juni 1921. Op 2 augustus 1925 werd deze lantaarntoren ingehuldigd door premier Paul Painlevé. De kerk werd ingewijd op 26 mei 1927 door de bisschop van Atrecht Mgr. Julien. Op dat moment werd ook een standbeeld van generaal Maistre ingehuldigd. Het beeld bevond zich aanvankelijk op de begraafplaats, maar werd in 1935 400 meter verder geplaatst, ten zuiden van de begraafplaats, waar tijdens de oorlog zijn commandopost zich een tijd zou hebben bevonden.
Op 16 juli 1950 werd in aanwezigheid van Guy Mollet en Minister van Veteranen en Oorlogsslachtoffers Louis Jacquinot in de crypte de Onbekende Soldaat van de Tweede Wereldoorlog begraven. In 1955 zette men in de crypte de as bij van gedeporteerden die waren verdwenen in de nazikampen. Ook de Onbekende Soldaat van de Algerijnse Oorlog en de gevechten in Marokko en Tunesië werd in 1977 naar hier overgebracht en sinds 1980 ligt hier ook de Onbekende Soldaat van de Franse Indochinese Oorlog.
De begraafplaats beslaat een groot, ongeveer rechthoekig terrein, doorsneden door twee kruisende lanen. In het midden bevindt zich een vlakte met daarop de kerk en de lantaarntoren.
De basiliek is opgetrokken in neobyzantijnse stijl. De glasramen en de fresco's binnenin beelden oorlogstaferelen en de religieuze en vaderlandse geschiedenis van Frankrijk uit. De binnenmuren werden door familieleden en nabestaanden bekleed met herdenkingsplaten ter ere van gesneuvelde soldaten.
De lantaarntoren is 52 meter hoog en heeft een vierkant grondplan, 12 meter breed aan de basis. De toren herbergt een crypte.
Ten zuiden van de begraafplaats staat het standbeeld voor generaal Maistre en bevindt zich een panoramatafel die uitkijkt over Ablain-Saint-Nazaire en het gebied ten zuiden van de heuvel. Vlakbij werd op 11 november 2014, ter gelegenheid van de 100ste verjaardag van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, een herdenkingsmonument ingewijd: de Anneau de la Mémoire (ring van de herinnering). Hier zijn ongeveer 600.000 namen van gevallenen alfabetisch gegraveerd, ongeacht nationaliteit of rang.
Net ten noorden van de begraafplaats bevindt zich een museum, het Musée Vivant 1914-1918. Het museum toont een collectie met voorwerpen uit de oorlog en heeft ook een stuk bewaard slagveld met militaire installaties.
Notre Dame de Lorette (
French pronunciation: [nɔtʁ(ə) dam də lɔʁɛt]), also known as
Ablain St.-Nazaire French Military Cemetery, is the world's largest French military cemetery.
[1] It is the name of a ridge,
basilica, and French national cemetery northwest of
Arras at the village of
Ablain-Saint-Nazaire. The high point of the hump-backed ridge stands 165 metres high and – with
Vimy Ridge – utterly dominates the otherwise flat Douai plain and the town of Arras.
A
photograph or
photo is an
image created by
light falling on a light-sensitive surface, usually
photographic film or an electronic medium such as a
CCD or a
CMOS chip. Most photographs are created using a
camera, which uses a
lens to focus the scene´s visible wavelengths of light into a reproduction of what the human
eye would see. The process and practice of creating photographs is called
photography. The word "photograph" was coined in 1839 by
Sir John Herschel and is based on the
Greek φῶς (
phos), meaning "light", and γραφή (
graphê), meaning "drawing, writing", together meaning "drawing with light".
[1]
A wedding is a ceremony where two people are united in marriage. Wedding traditions and customs vary greatly between cultures, ethnic groups, religions, countries, and social classes. Most wedding ceremonies involve an exchange of wedding vows by the couple, presentation of a gift (offering, ring(s), symbolic item, flowers, money), and a public proclamation of marriage by an authority figure. Special wedding garments are often worn, and the ceremony is sometimes followed by a wedding reception. Music, poetry, prayers or readings from religious texts or literature are also commonly incorporated into the ceremony.
Le mariage est une union conjugale rituelle et contractuelle, à durée illimitée ou indéterminée, reconnue et encadrée par une institution juridique ou religieuse qui en détermine les modalités. Le terme « mariage » désigne à la fois la cérémonie rituelle, l´union qui en est issue et l´institution en définissant les règles. Le mariage est l´un des cadres établissant les structures familiales d´une société.
Les formes du mariage varient d´une société à une autre, et parfois au sein de la même société. Les mariages différent dans les conséquences matérielles de l´engagement matrimonial (droits et obligations des époux, modalités de rupture, ...), par les conditions à remplir par les époux pour être mariables (possibilité ou non de mariage homosexuel, de mariage mixte, de remariage, nécessité ou non du consentement des époux, ...), par le statut que le mariage confère au sein de la société (possibilité d´adoption, suspension de la personnalité juridique d´un des époux, ...), par le déroulement du rite célébrant le mariage, par la symbolique associée à son engagement (religieuse ou civile, mariage d´amour ou mariage arrangé, ...), par les conséquences sociales de l´union des époux (alliances entre familles, ...).
L´importance du mariage diffère également selon les sociétés, notamment en fonction de la présence ou non d´autres formes de conjugalité (union libre, concubinage, union civile, ...), des formes de celles-ci et du degré d´acceptation de ces modes de vie plus informels par la société.
Het huwelijk is een door burgerlijk of religieus recht geregelde samenlevingsvorm voor het leven die de fundering vormt van de meeste gezinnen en die meer in het algemeen van belang is als legaal en sociaal geaccepteerd fundament onder duurzame seksuele relaties en familieverbanden. Cruciaal is het onderscheid tussen het kerkelijk huwelijk (of religieus huwelijk) enerzijds, en het burgerlijk huwelijk anderzijds. De precieze definitie van het huwelijk is afhankelijk van de historische en culturele context, en hangt ook samen met de religieuze overtuiging van de echtgenoten.
La photographie1 est une technique qui permet de créer des images par l´action de la lumière. La photographie désigne aussi l´image obtenue.
Le terme de photographie désigne également la branche des arts graphiques qui utilise cette technique : c´est l´« écriture de la lumière ».
La photographie a su tirer parti de nombreuses innovations technologiques et techniques dans les domaines de l´optique, de la chimie, de la mécanique, de l´électricité, de l´électronique et de l´informatique.
Les deux phénomènes nécessaires à l´obtention d´images photographiques étaient pour certains connus depuis longtemps et explicité dans le Traité d´optique. Les réflexions d´Aristote et les travaux du père de l´optique moderne Ibn al-Haytham, ont permis de mettre la réalité en boîte ; il suffit de percer un « petit trou » (sténopé) dans une chambre noire (en latin : camera obscura) pour voir apparaître une image inversée dans le fond blanc de la boîte. D´autre part, les alchimistes savaient que la lumière noircissait le chlorure d´argent. Vers 1780 Jacques Charles, plus connu pour son invention de l´aérostat gonflé à l´hydrogène, parvint à figer, mais de façon fugitive, une silhouette obtenue par le procédé de la chambre noire sur du papier imbibé de chlorure d´argent. Thomas Wedgwood (1771-1805) fit des expériences analogues avec le nitrate d´argent ; il en publia un mémoire en 1802. De son côté John Herschel en 1819 décrit les propriétés de l´hyposulfite de sodium qui deviendra le fixateur.
Joseph Nicéphore Niépce, un inventeur de Chalon-sur-Saône, associe ces trois procédés pour fixer des images (de qualité moyenne) sur des plaques d´étain recouvertes de bitume de Judée, sorte de goudron naturel qui possède la propriété de durcir à la lumière (1826 ou 1827) ; la première photographie représente une aile de sa propriété à Saint-Loup-de-Varennes en Saône-et-Loire. Nicéphore meurt en 1833 et Louis Daguerre poursuit l´amélioration du procédé. En découvrant le principe du développement de l´image latente, Daguerre trouve le moyen de raccourcir le temps de pose à quelques dizaines de minutes. En 1839, il promeut son invention auprès du savant et député François Arago, qui lui accorde son soutien.
Ainsi, la date conventionnelle de l´invention de la photographie est 1839, c´est la date de la présentation par Arago à l´Académie des sciences de l´« invention » de Daguerre, le daguerréotype. C´est en fait une amélioration de l´invention de Niépce.
Een foto is een afbeelding op een plat vlak vervaardigd door middel van fotografie. Een foto geeft relaties weer van objecten, voorwerpen, mensen of dieren uit de werkelijke wereld zoals gezien door de lens van een camera gedurende een (meestal korte) tijdperiode.[1] De naam fotografie werd voor het eerst genoemd door John Herschel, een Engels astronoom, en is gebaseerd op het Griekse φώς (phos, "licht") en γραφίς (graphis, "pen, kwast"). In de volksmond wordt een foto ook wel een kiekje genoemd, genoemd naar Israël Kiek.
In vergelijking met andere uitdrukkingsvormen als pictogrammen, diagrammen en kaarten, maar ook tekst is dit wel de meest zuivere benadering (maar niet per definitie: beste benadering) van de werkelijkheid, als de digitale nabewerking en manipulatie uitblijft. Daarmee dragen foto´s maximaal bij aan een juiste communicatie van het overbrengen van een bepaalde gedachte over (een deel van) de werkelijkheid. Deze zienswijze wordt verder toegelicht in visualisatie.
Kenmerkend is de directe relatie van de afbeelding met de realiteit, maar dit maakt van een foto daarom nog geen objectieve weergave van die realiteit. Een foto is altijd een manipulatie van de realiteit, zowel door het standpunt (perspectief), het kader, de begeleidende tekst, het moment en het materiaal dat de fotograaf gebruikt om de foto te maken, alswel door ingrijpen op chemische of digitale wijze in de fotografische afbeelding door de fotograaf of anderen.