Broeder Jozef Frans Leopold Talboom
Broeder Gombertus
Ere onderwijzer van de Broederschool van Bornem; lid van de Kr.
Gepensioneerden, van het COV, van de Oud Eikevlietnaren, van
Ziekenzorg en van De Casteleyn.
Geboren te Hingene op 10 juni 1920
en overleden te Bornem op 6 mei 1996
Eikevliet is een
gehucht
in de
Belgische provincie
Antwerpen. Het ligt in
Hingene, een
deelgemeente van
Bornem.
Eikevliet ligt ten oosten van de gemeente Bornem en aan het
riviertje
De Vliet, een
zijriviertje van de
Rupel. Eikevliet is nooit een zelfstandige
gemeente geweest en mag zich geen
deelgemeente noemen.
Het dorp heeft altijd te kampen gehad met overstromingen. In
1953
was er onder andere een
watersnoodramp. Door een zware storm van
windkracht 10 beukte het water van De Vliet tegen de dijken. Het
water steeg naar 7.40 meter, terwijl de dijken maar 7 meter waren.
In Eikevliet duurde de watersnood slechts 2 dagen, maar in de
andere dorpen rondom Eikevliet duurde de watersnood 10 weken. Om
nieuwe overstromingen te voorkomen, is de Vliet getijdenloos
gemaakt.
Hingene is een
dorp en een
zelfstandige
gemeente tot de fusie van 1977 in de
Belgische provincie
Antwerpen en een
deelgemeente van
Bornem.
De gehuchten
Wintam en
Eikevliet vallen onder de deelgemeente Hingene.
Op het Steenland te Hingene vond men in 1846 een muntschat die onder keizer Tiberius werd begraven.
Dit wijst op een Romeinse of geromaniseerde bevolking in
Klein-Brabant.
De geschiedenis van Hingene is op vele plaatsen en tijdstippen
deze van het land van Bornem.
Hingene heeft zich echter steeds verzet tegen de oppermacht van de
oude kastelenij van Bornem en groeide stilaan uit tot een eigen
heerlijkheid in 1560. Deze zelfstandigheid ging ten slotte verloren
bij de fusie der gemeenten in 1977 waardoor Hingene, met de
gehuchten Wintam en Eikevliet, werd ingedeeld bij Groot-Bornem. De
meeste ´echte´ Hingenaren betreuren het jaar van de fusie nog
steeds. Sommigen hunkeren weer naar zelfstandigheid en
onafhankelijkheid.
Oorspronkelijk behoorde Hingene toe aan de kasteelheren van
Gent, die ook heren van Bornem waren en als zodanig van het
Bisdom Luik afhingen. Gedurende korte tijd
hoorde Hingene toe aan de heerlijkheid Rumst,
waarvan het in 1449 gescheiden werd. Op hun beurt kwamen dan de
huizen van Vlaanderen en Luxemburg in het bezit van de gemeente,
tot in 1560 de heerlijkheid werd verkocht aan Hendrik graaf van
Nassau. Diens erfgenaam, gekend als Willem de Zwijger, prins van
Oranje, maakte al te goede sier in Brussel en was verplicht een
aantal van zijn bezittingen te verkopen, waaronder Hingene. Zo kwam
de gemeente, voor 41.000 gulden, in het bezit van Mechior Schetz,
een bankier en koopman uit Antwerpen. Het leengoed zou nadien nooit
meer verkocht worden en zou nu, van generatie op generatie,
overgaan door overerving.
Het leengoed van de graven en hertogen van D´Ursel strekte zich in onze streek uit over 144
zowel volle- als achterlenen. Naast de heerlijkheden van Hingene,
Nattenhaasdonk, Eikevliet en Wintam bezaten zij leengoederen te
Opdorp, het Tolhuis van Schelle, Hoboken, e.a. De baljuw van Opdorp werd
te Hingene aangesteld.
Bornem is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Antwerpen. Bornem behoort tot het
kieskanton Puurs en het gerechtelijk kanton Willebroek.
Het grondgebied was al bewoond in de Gallo-Romeinse tijd. De naam werd in
1101
Burnehen gespeld ("verblijf bij de bron").
Het Land van Bornem behoorde aanvankelijk net als Hingene, Mariekerke en Sint-Amands tot het Graafschap Vlaanderen, aan de grens met
het Hertogdom Brabant. De parochie
behoorde tot het bisdom Kamerijk, later tot dat van
Gent en sedert 1801 tot het
aartsbisdom Mechelen.
Tot het begin van de 20ste eeuw werd Bornem gespeld als
"Bornhem".
De gemeente ligt aan de rechteroever van de Schelde, tegenover de gemeente Temse,
waarmee ze door de Scheldebrug verbonden is, stroomopwaarts van
Antwerpen. Samen met de gemeenten Puurs en
Sint-Amands vormt Bornem de streek Klein-Brabant. De gemeente telt
ruim 20.000 inwoners.
Bornem telt naast het centrum zelf nog de deelgemeenten Hingene, Mariekerke en Weert, alle aan de Schelde. In Hingene liggen
nog de gehuchten Wintam,
Eikevliet en Buitenland. In Bornem-centrum ligt nog
het gehucht Branst.
A
photograph or
photo is an
image created by
light
falling on a light-sensitive surface, usually
photographic film or an electronic medium
such as a
CCD or a
CMOS chip. Most photographs are created
using a
camera, which uses a
lens to focus the scene´s visible
wavelengths of light into a reproduction of what the human
eye would see.
The process and practice of creating photographs is called
photography. The word "photograph" was coined in
1839 by
Sir John Herschel and is based on the
Greek φῶς (
phos),
meaning "light", and γραφή
(
graphê), meaning "drawing, writing", together meaning
"drawing with light".
[1]
A
photograph or
photo is an
image created by
light
falling on a light-sensitive surface, usually
photographic film or an electronic medium
such as a
CCD or a
CMOS chip. Most photographs are created
using a
camera, which uses a
lens to focus the scene´s visible
wavelengths of light into a reproduction of what the human
eye would see.
The process and practice of creating photographs is called
photography. The word "photograph" was coined in
1839 by
Sir John Herschel and is based on the
Greek φῶς (
phos),
meaning "light", and γραφή
(
graphê), meaning "drawing, writing", together meaning
"drawing with light".
[1]
La photographie1
est une technique qui permet de créer des images par
l´action de la lumière. La photographie désigne aussi l´image
obtenue.
Le terme de photographie désigne également la branche des
arts graphiques qui utilise cette
technique : c´est l´« écriture de la lumière ».
La photographie a su tirer parti de nombreuses innovations
technologiques et techniques dans les domaines de l´optique, de la chimie,
de la mécanique, de l´électricité, de l´électronique et de l´informatique.
Les deux phénomènes nécessaires à l´obtention d´images
photographiques étaient pour certains connus depuis longtemps et
explicité dans le Traité d´optique. Les
réflexions d´Aristote et les travaux du père de l´optique
moderne Ibn al-Haytham, ont permis de mettre la réalité en
boîte ; il suffit de percer un « petit trou »
(sténopé) dans une chambre noire (en latin : camera obscura)
pour voir apparaître une image inversée dans le fond blanc de la
boîte. D´autre part, les alchimistes savaient que la lumière
noircissait le chlorure d´argent. Vers 1780 Jacques Charles, plus
connu pour son invention de l´aérostat gonflé à l´hydrogène, parvint à figer, mais
de façon fugitive, une silhouette obtenue par le procédé de la
chambre noire sur du papier imbibé de chlorure d´argent. Thomas Wedgwood (1771-1805) fit des
expériences analogues avec le nitrate d´argent ; il en publia un
mémoire en 1802. De son côté John Herschel en 1819 décrit
les propriétés de l´hyposulfite de sodium qui deviendra le
fixateur.
Joseph Nicéphore Niépce, un
inventeur de Chalon-sur-Saône, associe ces trois procédés
pour fixer des images (de qualité moyenne) sur des plaques
d´étain recouvertes de bitume de
Judée, sorte de goudron naturel qui possède la propriété de durcir
à la lumière (1826 ou 1827) ; la première photographie représente
une aile de sa propriété à Saint-Loup-de-Varennes en Saône-et-Loire. Nicéphore meurt en 1833 et
Louis Daguerre poursuit l´amélioration du
procédé. En découvrant le principe du développement de l´image latente, Daguerre trouve le moyen de
raccourcir le temps de pose à quelques dizaines de minutes. En
1839,
il promeut son invention auprès du savant et député François Arago, qui lui accorde son
soutien.
Ainsi, la date conventionnelle de l´invention de la photographie
est 1839, c´est la date de la présentation par Arago à
l´Académie des sciences de
l´« invention » de Daguerre, le daguerréotype. C´est en fait une amélioration
de l´invention de Niépce.
Een foto is een afbeelding op een plat vlak vervaardigd
door middel van fotografie. Een foto geeft relaties weer van
objecten, voorwerpen, mensen of dieren uit de werkelijke wereld
zoals gezien door de lens van een camera gedurende een (meestal
korte) tijdperiode.[1] De
naam fotografie werd voor het eerst genoemd door John Herschel, een Engels astronoom, en is gebaseerd op het Griekse
φώς (phos, "licht") en
γραφίς (graphis,
"pen, kwast"). In de volksmond wordt een foto ook wel een
kiekje genoemd, genoemd naar Israël Kiek.
In vergelijking met andere uitdrukkingsvormen als pictogrammen, diagrammen en kaarten, maar ook tekst is
dit wel de meest zuivere benadering (maar niet per definitie: beste
benadering) van de werkelijkheid, als de digitale nabewerking en
manipulatie uitblijft. Daarmee dragen foto´s maximaal bij aan een
juiste communicatie van het overbrengen van een
bepaalde gedachte over (een deel van) de werkelijkheid. Deze
zienswijze wordt verder toegelicht in visualisatie.
Kenmerkend is de directe relatie van de afbeelding met de
realiteit, maar dit maakt van een foto daarom nog
geen objectieve weergave van die realiteit. Een foto is altijd een
manipulatie van de realiteit, zowel door het standpunt
(perspectief), het kader, de begeleidende tekst, het moment en het
materiaal dat de fotograaf gebruikt om de foto te maken,
alswel door ingrijpen op chemische of digitale wijze in de fotografische
afbeelding door de fotograaf of anderen.